TIENERSCHOOL |
Inhoudstabel:
Kerkramen in eerste Belgische tienerschool
Tienerschool: zachte schakel tussen basis en secundair
De Brusselse Tienerschool in woord en beeld
De Tienerschool heeft een website!
Kerkramen in eerste Belgische tienerschool |
Poort tot de wereld |
Osk-ar realiseerde in een voormalig kerkgebouw in Anderlecht de allereerste Tienerschool van België. De architecten zochten voor het specifieke pedagogische project van de school naar een passend ruimtelijk instrumentarium. Pioneerswerk, dat het onderwijslandschap in een andere plooi kan leggen. Eline Dehullu |
EN | Osk-ar realized Belgium's very first Teenage School in a former church in Anderlecht. The architects sought a suitable set of spatial instruments for the school's specific educational project. Pioneer work, which can alter the educational landscape. |
![]() |
||
De kerk, pastorie en bijgebouwen van Sint-Vincentius a Paulo in de Anderlechtse wijk Scheut zijn nu een tienerschool, een school die alleen leerlingen van de derde graad lager onderwijs (5e en 6de leerjaar) en de eerste graad secundair (1ste en 2de middelbaar) verwelkomt. Omdat de overgang van de lagere school naar het secundair onderwijs weleens bruusk kan zijn, focust een tienerschool liever op gestage groei naar meer zelfstandigheid, en dit door de schoolloopbaan op te delen in drie fases van vier jaar, in plaats van twee fases van zes jaar.![]() |
De kerk aan de Ninoofsesteenweg werd gebouwd in 1937. Het is een bruinbakstenen gebouw, uitgevoerd in art-decostijl, met zware natuurstenen ornamenten en een losstaande, hoge vierkante toren. In 2015 kreeg de inrichtende macht Sint-Goedele vzw de kerk in het vizier om er een basisschool in te huisvesten. Het architectenbureau Osk-ar onderzocht de ontwerpopdracht, maar kwam al snel tot de conclusie dat een herbestemming tot klassieke school onmogelijk was zonder drastische aanpassingen en doorboringen van de buitenmuren om daglicht binnen te laten. "De kerk was dan niet beschermd, wel te fraai voor zo'n zware reconversie", zo oordeelden projectarchitecten Nicolas Raemaekers en Peter Wyndaele. Maar een tienerschool is geen klassieke school, waar je klassen volgens leeftijd hebt. Een tienerschool groepeert de tieners daarentegen op basis van hun interesse, talenten en vaardigheden. Een aanvaardbaar klassikaal gemiddelde is geen streefdoel, de hoogst mogelijk individuele ontwikkeling van elk kind is dat wel. 'Mentors' vervangen de klassieke leerkracht en leren doe je niet enkel van een juf of meester, maar van elkaar, van eenieder. |
|
![]() |
||
"Om te zien hoe dit nieuwe programma zich kan vertalen in architectuur, ondernamen we studiereizen naar Nederland, dat gidsland is op het vlak van 21ste-eeuwse schoolmodellen", vertelt Raemaekers. Osk-ar maakte van bij het begin deel uit van het denkteam van de tienerschool om tot een ruimtelijke invulling te komen voor het nieuwe pedagogisch concept. De architecten ontwierpen een brede, open infrastructuur met flexibele leer- en overlegruimtes. Er zijn geen vaste plekken en afzonderlijke klaslokalen (tenzij voor directie en administratie). Er is één grote ruimte, die weliswaar opgedeeld kan worden voor grote of kleine groepsactiviteiten, of voor individueel werk of begeleiding. Kinderen werken met een laptop, mentors met een whiteboard op wieltjes. Tussenwanden, kasten en ander los akoestisch meubilair - op maat ontworpen door de architecten - zorgen voor een zekere zonering. Het is een evenwichtsoefening tussen overzicht en geborgenheid. Nabij de ontvangsthal, in het hart van de school, bevindt zich een brede tribune waar men 's morgens samen de thema's en de taken van de dag overloopt. Dieper in het gebouw staat een leskeuken centraal. Er is een podiumruimte voor toneelvoorstellingen en een muziekopnamestudio, die door de intimistische sfeer en de gedempte akoestiek ook een geschikte plek is voor een-op-eengesprekken tussen tiener en |
mentor. In de voormalige kerk, compleet met grote, gekleurde glas-in-loodramen en met marmer beklede steunberen, vind je nu een sportzaal, een polyruimte, een keuken en een barmeubel. Die kunnen - volgens het concept van de brede school - ook buiten de schooluren gebruikt worden voor buurtactiviteiten. In de kerktoren zou een kinderklimmuur kunnen komen. In dit uiterst dense stedelijke gebied is het puzzelen met de speelplaatsen, buitenkamers en patio's van verschillende grootte en op verschillende niveaus. Beide uiteinden van de schoolsite zijn verbonden door een speelstraat, waarop alle gebouwen eromheen uitgeven. De binnenkoer die verspringt op drie niveaus, is niet alleen de voornaamste speelplaats, maar vormt ook de ruggengraat van de hele site. Maar er zijn ook andere speel-, sport en ontspanningsplekken in de buitenlucht. Er is een voorplein met patio aan de Ninoofsesteenweg, veilig afgescheiden door een grote boogconstructie. Aan de andere kant van de site, op de dwarse 'bovenbouw' - een school voor 15- tot 18-jarigen die momenteel gebouwd wordt volgens dezelfde principes als de tienerschool -, is een gedeeltelijk overdekte speelkooi met een verbluffend zicht over de stad. Op de verschillende daken van het schoolcomplex zie je nu eens een moestuin, dan weer kippen en konijnen. |
|
|
||
![]() |
||
De tienerschool in Anderlecht is geen school, maar een open leercentrum. "Toen we vier jaar geleden startten met de school in Anderlecht, had nog niemand in België gehoord van 'wetenschapsstraten' of een 'muziekstudio' op school. Intussen droomt haast elke school van een nieuwbouw met klassen die uitdeinen in brede leergangen en experimenteertuinen", |
zegt Wyndaele. Het bijzondere pedagogisch concept van de tienerschool heeft geleid tot een typologische verschuiving en een nieuw ruimtelijk instrumentarium. In die zin is de school in Anderlecht veel meer dan zomaar een school van morgen. |
|
![]() |
Tienerschool: zachte schakel tussen basis en secundair |
September 2018 opent een tienerschool de deuren in Brussel. Tot dan werken bouwvakkers aan het schoolgebouw, leraren aan visie en aanpak. Want meer nog dan een oude kerk ombouwen tot een gloednieuw schoolgebouw, timmert de tienerschool aan de infrastructuur van onderwijs. Leraren Winnie en Marleen vertellen waarom ons onderwijs tienerscholen nodig heeft.
De tienerschool wil vanaf september 2018 voor Brusselse leerlingen de overstap verzachten tussen basisonderwijs en secundair. De klassieke opdeling 6 jaar basisonderwijs, 6 jaar secundair maakt plaats voor 4 jaar basis-, 4 jaar tienerschool en 4 jaar secundair. De tienerschool kan dat omdat het een vestigingsplaats van een bestaande lagere school (voor 5 en 6 basis) combineert met een vestigingsplaats van een secundaire school (voor 1 en 2 secundair).
“De breuk tussen lager en secundair is hemelsbreed. Van 1 juf naar 10-tallen leraren, van de oudste op de speelplaats tot het groentje tussen stoere kerels, van veilige vriendengroep over een stresserende studiekeuze naar een nieuwe klasgroep. Met de tienerschool willen we stabiliteit brengen in die cruciale, verwarrende tienerjaren”, vertelt Winnie, leraar 1ste graad.
Samen met Marleen, leraar 6de leerjaar basisschool, en andere collega’s die vanaf september lesgeven op de tienerschool, tekent ze de didactische plannen. Elk vanuit hun eigen perspectief voelen Marleen en Winnie de nood voor een multiculturele tienerschool voor kinderen van 10 tot 14 jaar.
![]() |
||||
Winnie – leraar secundair: “Door de tienerschool moeten kinderen geen allesbepalende studiekeuze maken op hun twaalfde, net op het moment dat ze puberen” |
Waarom is er nood aan een tienerschool? Welke argumenten zie je vanuit de basisschool?
Marleen: “Leraren secundair benutten soms te weinig wat leerlingen al opgestoken hebben in de basisschool. Vaak weten ze dat gewoon niet. ‘Alles wat je geleerd hebt in het lager mag je nu vergeten’, horen mijn leerlingen soms. Alsof ze een wit blad zijn. Terwijl ik ze een pak strategieën en kennis meegeef om sterk te staan in het secundair en in het leven. Maar als je daar niet op verder bouwt …”
“Toegegeven, ook wij kennen het secundair soms onvoldoende. En de leerplannen zijn ook niet op elkaar afgestemd. We delen geschiedkundige periodes anders in. Benoemen ze anders. Idem voor wiskunde: de termen verschillen soms. Zo maken we het de kinderen hopeloos moeilijk bij de overstap. Totaal onnodig. Op de tienerschool stemmen we dat allemaal perfect op elkaar af.”
“Nog belangrijker: mijn zesdejaars houden van een veilige, stabiele klas waarin ze zich goed voelen. Dat voel ik aan alles. ‘Is het al januari, juf? Het schooljaar gaat zo snel. Ik wil nog niet weg.’ En als juni nadert: ‘Zal ik aanvaard worden, zullen grote jongens me pesten, zit de school vol strenge leraren’.”
“Van het leerniveau liggen ze nauwelijks wakker. Van de veiligheid des te meer. De tienerschool waarborgt die. Kinderen tussen 10 en 14 zitten samen op een school. Een team van 4 à 5 leraren begeleidt ze 4 jaar lang. In de fase waarin kinderen worstelen met hun identiteit, voelt een tienerschool niet als een vijandige plek, maar wel als een warme thuis met leeftijdsgenoten.”
En als leraar in het secundair? Welke problemen lost een tienerschool op?
Winnie: “In het lager leren kinderen vaak via actieve werkvormen, groepswerk en zelfstandig werk. In het secundair moeten ze veel vaker stilzitten op hun bank en luisteren. Alsof hoe ze leerden, plots niet meer nuttig is. Door die brede breuklijn vinden te veel leerlingen pas na een semester hun draai. Andere verliezen al vroeg in het secundair hun motivatie en haken af. Vooral kinderen die in het lager al negatieve schoolervaringen hadden, raken klem in een neerwaartse spiraal als het in het secundair niet meteen lukt.”
“Door de veilige sfeer, vaste leraren per groep en de themawerking van een basisschool over te nemen in de tienerschool maken we de overstap zachter. En we dwingen ze niet om als 12-jarige een allesbepalende studiekeuze te maken, net op het moment dat ze puberen. Dat leraren en leerlingen elkaar 4 jaar lang door en door leren kennen, zal kinderen helpen om op hun 14de de juiste richting te kiezen voor de tweede graad secundair.”
Wat verandert er voor jou als leraar?
Winnie: “Veel. Mijn vak bestaat niet meer en gaat in een themawerking samen met andere vakken. Ik zal dan wel expert geschiedenis zijn, maar moet mijn comfortzone vaak verlaten om leerlingen individueel of in kleine groepjes te begeleiden bij wiskunde of natuurwetenschappen. Om ze bij proefjes bij te staan, moet ik me bijschaven. Alles gebeurt wel in co-teaching met een vakleraar. Die bewaakt inhoudelijk de kwaliteit van de lessen.”
Marleen: “Thematisch werken zit in mijn vingers. Een leraar uit de basisschool is van alle markten een beetje thuis, maar collega’s uit het secundair zijn zo gefocust op hun vak dat ze voor extra diepgang zorgen. Naar die samenwerking kijk ik uit.”
Winnie: “Ook onze opdracht verandert. We zullen 38 uur op school rondlopen. Groepjes leerlingen begeleiden en instructie geven. Maar we houden als mentor ook tweewekelijks individuele feedbackgesprekken met onze leerlingen en bereiden in kleine teams onze thema’s samen voor.”
![]() |
||||
Marleen – leraar basisonderwijs: “Een leraar secundair ziet ook wanneer een kind miserie heeft, maar vindt door de snelle opeenvolging van lessen en klassen geen tijd om te praten” |
Een focusgroep van leraren uit basis en secundair werkt alles uit. Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
Winnie: “Leraren uit het basisonderwijs kennen hun leerlingen door en door. Ze zijn ook de eerste lijn voor zorg. Dat trekt me enorm aan, want leerlingen worden daar zoveel beter van.”
Marleen: “Ik dacht dat voor leraren secundair de leerstof of het vak primeerde boven de leerlingen. Het valt me op dat de mens achter de leraar secundair zich daar niet goed bij voelt. Die ziet ook wanneer een kind miserie heeft, maar vindt door de snelle opeenvolging van lessen en klassen geen tijd om te praten. Nu weet ik dat we allebei hetzelfde willen: het allerbeste voor elk kind. In de tienerschool krijgen ook leraren uit het secundair daar tijd voor.”
Welke aandachtspunten zien jullie voor de tienerschool?
Winnie: “De tienerschool zal multicultureel zijn of niet zijn. Als we claimen het Brusselse probleem van schooluitval mee aan te pakken, moet onze tienerschool met zijn leerlingenpopulatie de wijk weerspiegelen. En niet alleen de blanke midden- of hogere klasse bereiken.”
Marleen: “Klopt. Die groep toont wel als eerste zijn interesse in een nieuw onderwijsconcept. Maar lesgeven in Brussel doe je voor de ketjes, voor de diverse klasgroepen met kwetsbare kinderen. Ik zou het nooit anders willen.”
Bart De Wilde
Bron: Klasse
Vlaamse Gemeenschapscommissie bouwt samen met vzw Sint-Goedele Brussel een Tiener- en secundaire school in Schaarbeek |
Omwille van het grote capaciteitstekort in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest engageerde de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zich tot het creëren van nieuwe campussen voor het Nederlandstalig onderwijs. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De Brusselse Tienerschool in woord en beeld |
De Tienerschool heeft een website! |
Op 1 september 2018 opent de eerste Tienerschool haar deuren.
Ga snel kijken op hun nieuwe website: http://tienerschool.brussels/ (opent in nieuw venster);