Suggestie aanpak
Allereerst: wacht niet per se tot er een vraag komt maar neem misschien proactief het initiatief. Aangezien we als organisatie vinden dat religie en zingeving belangrijk zijn, is het wellicht goed van proactief met je team te bekijken of er nood is aan een ruimte voor gebed of verstilling.
We zijn als school of kinderopvang weliswaar niet verplicht om voor personeelsleden die willen bidden een aparte / extra ruimte te voorzien om hen in staat te stellen te bidden, maar door dit soort vragen serieus te nemen én te onderzoeken, creëer je als directie of leidinggevende bovendien een win-win-situatie.
Je vermijdt door de vraag te onderzoeken het gevaar op een situatie van indirecte discriminatie (een ingreep die op het eerste zicht onschuldig lijkt, toch discriminerende gevolgen heeft) en de medewerkers krijgen het gevoel erkend te worden omdat de vraag als gegrond wordt beschouwd (ongeacht de uiteindelijke beslissing). Probeer daarbij telkens om op basis van de vraag van een of enkele personeelsleden, toch een antwoord te vinden waar alle of veel personeelsleden bij winnen.
Stel je bij het zoeken naar een oplossing, minstens de volgende vragen:
-
- welke waarden een elementen van de werkorganisatie zijn in dit geval niet bespreekbaar (bv. afwijken van het arbeidsreglement, andere leerlingen in de problemen brengen, het functioneren van de school of het kinderdagverblijf kan niet meer gegarandeerd worden, …)?
- wat is wel bespreekbaar?
- welke bedreigingen zie je?
- welke positieve elementen zie je?
- welke oplossingen zijn mogelijk?
- wat zijn de gevolgen van elke oplossing?
- voor welke oplossing kiest de groep (de groep is niet per sé beperkt tot de vragenstellers maar kan bv. ook de leden van het LOC, andere leerkrachten of kindbegeleid.st.ers, de schoolraad … bevatten).
Evalueer na een afgesproken tijd.
Enkele mogelijke scenario’s:
Is er al een stille ruimte of een gebedsruimte in de school of het kinderdagverblijf?
- ja? Zeg aan alle personeelsleden (ongeacht hun geloof of overtuiging) dat ze die ook kunnen gebruiken
- nee? Stel je dan de vraag:
Is er een ruimte beschikbaar die als stille ruimte of ruimte voor gebed kan dienen?
- Ja, en er is een ruimte die daar exclusief voor gebruikt kan worden: laat aan de personeelsleden weten dat alle mensen die willen bidden, willen bezinnen of even behoefte hebben aan een stiltemoment … deze ruimte kunnen gebruiken. We raden aan van de ruimte niet meteen ‘gebedsruimte’ te noemen om duidelijk te maken dat de invulling breder kan zijn dan enkel het loutere bidden. Respecteer de ruimte wel: laat niet toe dat mensen deze ruimte bv. plots als extra vergaderruimte aanslaan, … Je kan deze ruimte natuurlijk wel ook af en toe gebruiken om met de leerlingen tot verstilling te komen.
- Ja, maar er is geen ruimte die er exclusief voor gebruikt kan worden. Er zijn wel ruimtes die daar soms voor gebruikt kunnen worden: zoek, in overleg met de personeelsleden (vereng het niet tot enkel de mensen die willen bidden, ook andere mensen vinden het soms aangenaam om over een stilteruimte te beschikken), de ruimte die jullie daar het meest geschikt voor vinden. Laat aan de personeelsleden weten dat alle mensen die willen bidden, zich willen bezinnen, behoefte hebben aan een stiltemoment of zich even willen terugtrekken … deze ruimte kunnen gebruiken. Spreek meteen af op welke momenten dat kan en vraag aan iedereen om die momenten te respecteren.
- Nee? Als er geen ruimtes beschikbaar zijn, overleg je best met de personeelsleden over wat dan kan of niet kan. Een oplossing zou kunnen zijn dat de betrokken medewerkers zich even in de eigen klas terugtrekken. Je kan vragen dat dit niet in aanwezigheid van de leerlingen gebeurt, maar het feit dat ‘leerlingen dit zouden kunnen zien’ (bv. als ze door de gang lopen) is geen voldoende reden om dit te weigeren.
Aangezien we een katholieke organisatie zijn (iets wat alle personeelsleden door het ondertekenen van hun contract ook onderschrijven), kan ook in die ruimte natuurlijk een kruisbeeld hangen. Was er tot nu toe geen kruisbeeld aanwezig, dan hoef je er geen te hangen. Is er wel een aanwezig dan gaan we niet in op een mogelijke vraag om het weg te halen.
Context
Niet verplicht ruimte te voorzien
Volgens de antidiscriminatiewetgeving is het niet verplicht om een uitzondering of aanpassing te voorzien omwille van iemands geloof. Je bent als school of kinderdagverblijf dus niet verplicht om voor personeelsleden die willen bidden een aparte / extra ruimte te voorzien om hen in staat te stellen te bidden.
Niet verbieden te bidden
Wel mag je door de antidiscriminatiewetgeving personen niet verbieden om hun religieuze praktijken te volgen zonder een rechtvaardiging (het verbod moet een legitiem doel nastreven, de middelen om het doel te bereiken moeten passend zijn en proportioneel). Veiligheid kan in sommige gevallen een legitiem doel zijn, het feit dat collega’s of ouders zich hieraan zouden storen, niet.
Ook de “Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten” stelt in Art. 20, 5° dat de werkgever verplicht is de werknemer de nodige tijd te geven om zijn geloofsplichten, alsmede zijn burgerlijke verplichtingen die uit de wet voortvloeien te vervullen.
Een bedrijf of een organisatie kan medewerkers dus niet zomaar verbieden om te bidden tijdens de pauzes.
Zinvol volgens ons pedagogisch project
Uit ons pedagogisch project (zie o.m. “Onze instellingen als geloofsgemeenschap”) kan je afleiden dat we als organisatie vinden dat religie en zingeving zijn plaats heeft in de maatschappij en in onze organisatie. Als personeelsleden vragen naar een gebedsruimte dan lijkt het logisch dat we daar op een of andere manier proberen op in te gaan.
Dat betekent echter niet dat we meteen ‘per geloof’ een aparte ruimte willen voorzien: dat is enerzijds vaak praktisch niet mogelijk en anderzijds niet altijd wenselijk: we willen geen aparte ‘hokjes’ creëren voor katholieken, moslims, …
Als het mogelijk is gaan we dus voor gedeelde ruimtes die als bezinningsruimte of stille ruimte kunnen dienen. Die ruimtes hoeven daar niet exclusief voor te dienen maar zorg wel dat het andere gebruik compatibel is met het doel dat je voor ogen hebt. Een personeelskleedkamer waar ook toiletten zijn of de douches staan voor de fietsende medewerk.st.ers, de opslagruimte voor de spullen van het poetspersoneel, … zijn dan ook niet aangewezen.
Inspiratie
Praktijkvoorbeeld: Richt je als school een gebedsruimte in?
Hoe ga je als school om met de vraag om een gebedsruimte in te richten? ‘De slechte manier’, zo stelt imam en expert Khalid Benhaddou, ‘is meteen zo een ruimte in te richten met die benaming. De kans is reëel dat dit tot een grote polarisatie zal leiden. De leraren zullen een gevoel van onbehagen krijgen, net als de brede school en ouders van andere leerlingen mogelijk zullen denken dat dit naar islamisering neigt.’ Maar hoe reageer je dan wel ?
Khalid Benhaddou: ‘De goede manier is dat je daar als school proactief over nadenkt: wat is het pedagogisch project van de school en hoe kijk je naar levensbeschouwing en plaats voor spiritualiteit op school. Is daar ruimte voor? Als het antwoord daarop ‘ja’ is, dan moet je daar acties aan verbinden en een ruimte inrichten’.
Bezinningsruimte
Wanneer je als school beslist een ruimte in te richten moet meteen worden stilgestaan bij de naam van die ruimte. ‘Een “gebedsruimte” associeert men al heel snel met een ruimte voor moslims. Denk misschien eerder aan een “bezinningsruimte”, een “stille ruimte” of, als je het breder wil trekken naar mensen die niet religieus zijn, een “prikkelarme ruimte”. Op die manier verander je ook het onderwerp. Het gaat dan niet enkel over moslims, maar over hoe je moet omgaan met levensbeschouwelijke aspiraties en spiritualiteit, maar evengoed om mensen die soms nood hebben aan zich terugtrekken uit hun eigen omgeving.’
Conclusie is dus: probeer er proactief en preventief mee om te gaan. Anders riskeer je dat er een tegenreactie volgt, of dat mensen met een gevoel van onbehagen achterblijven. ‘Wacht niet tot het gebeurt, want dat kan leiden tot een grote polarisatie. Ik heb zelf gezien hoe heel wat scholen dat als een boemerang in het gezicht terugkregen. Hoe goed ze het ook meenden.’
Benhaddou besluit: ‘Niet elke toegeving is een toegeving aan de islamisering. Als school moet je goed uitleggen waar de grenzen zijn. Maar daar waar het wel kan, moet je als school ook assertief zijn, en dat durven zeggen. Dat komt alleen maar ten goede aan de identiteit van mensen en bevordert ook het samenleven van mensen.’
Deze tekst komt van de website Wij-Zij.be: https://wij-zij.be/case/richt-je-als-school-een-lokaal-in-om-te-bidden/
Bronnen
https://www.unia.be/nl/discriminatiegronden/geloof-of-levensbeschouwing/religieuze-praktijken/bidden-tijdens-de-pauzes
https://sint-goedele.brussels/missie-visie-en-pedagogisch-project/
https://wij-zij.be/case/richt-je-als-school-een-lokaal-in-om-te-bidden/
https://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1978/07/03/1978070303/justel#LNK0003